Hoewel vrouwen niet vaak in de Bijbel worden genoemd, heeft elk van hen een prominente en opmerkelijke plaats in het Oude en het Nieuwe Testament. Hun portretten variëren van de koningin van Sheba, een heerseres die onder de indruk was van Salomo’s wijsheid, tot Lydia, een verkoopster van textielverf uit de stad Thyatira, die gegrepen was door Paulus’ onderricht en hem en de jonge Timotheüs in haar huis verwelkomde.
In de Bijbel lezen we over de dochter van de Farao, die een baby vindt in een rieten mandje dat op de Nijl drijft, hem uit het water redt en hem Mozes noemt; over Debora, 40 jaar lang de enige vrouwelijke rechter in Israël; over Maria van Magdala, een leerlinge van Jezus, die hem volgt tot aan zijn laatste dagen; en over anderen, onder wie de jaloerse, de nieuwsgierige, de verwaarloosde, de toegewijde, de gelovige.
In Genesis ontmoeten we Eva, de eerste vrouw die door God naar zijn evenbeeld werd geschapen om de mens te vergezellen. Verderop vinden we het prachtige verhaal van Rachab, een prostituee die een gelovige werd, die zichzelf verloste door twee Israëlitische spionnen te redden die zich in haar huis waren komen verstoppen, en die haar familie zouden redden. De Evangelies lichten een tipje van de sluier op over Maria, de moeder van Jezus, een liefhebbende en zorgzame vrouw met een opmerkelijk leven.
In deze tijd wil ik vooral herinneren hoe Eunice en Lois voor Timothy zorgden. Een moeder en grootmoeder, overtuigd van de kracht van Gods Woord, onderwezen hun kind in het geloof in God en de Schriften. Stel je voor dat deze grootmoeder de blijde boodschap van Jezus Christus verkondigt aan het kleintje op haar schoot en die later geroepen zal worden om deze boodschap te onderwijzen, in navolging van de apostel Paulus. Wat een mooie erfenis!
Zo’n tweeduizend jaar later zijn wij in zekere zin de vruchten van datzelfde onderwijs, zoals het Evangelie tot ons is gekomen. Het is natuurlijk in deze lijn dat vrouwen evenzeer hun plaats hebben ingenomen naast de mannen in het Leger des Heils.
Vanaf haar stichting aan het einde van de 19e eeuw bood deze internationale beweging aan vrouwen niet alleen een plaats op al haar werkterreinen, maar ook om aan het publiek over te brengen wat de Heilige Geest in haar hart had gelegd. Dat was in die tijd verre van gebruikelijk.
Geleidelijk aan is de missie die door vrouwen in het Leger des Heils wordt uitgevoerd, via de afdeling Women’s Ministries hoofdzakelijk gericht geworden op de materiële en geestelijke behoeften van andere vrouwen en hun gezinnen. Natuurlijk verheugen wij ons elke dag over de zichtbare verandering die plaatsvindt in het leven van vrouwen wanneer zij Jezus Christus ontmoeten en – op hun beurt – in de hoop die zij brengen aan hun gezinnen en hun kennissen.
In de 157 jaar van haar bestaan is het Leger des Heils geleid door 21 generaals, waaronder drie vrouwen: Evangeline Booth (1934-1939), Eva Burrows (1986-1993) en Linda Bond (2011-2013). Slechts één vrouwelijke officier werd benoemd tot stafchef, de rechterhand van de generaal, commissaris Robin Dunster (2006-2010).
Hier en daar worden vrouwelijke officieren, vaak alleenstaand, aangesteld als hoofd van een gebied of als tweede-in-rang, maar dit blijft zeldzaam. De realiteit is dat vrouwen, zelfs als officier, nog steeds een lagere positie in de hiërarchie innemen.
We hebben nog een lange weg te gaan om het potentieel van vrouwen ten volle te benutten en om ervoor te zorgen dat we gendergelijkheid nastreven bij belangrijke beslissingen.
Elke vrouw heeft de kans om haar plaats te vinden in een korps* en zich te ontplooien in een taak, zolang deze haar wordt toevertrouwd: haar medemens dienen, de gemeenschap onderrichten, de officieren ondersteunen… Wat is de jouwe?
® Eliane Naud, Kolonel