“En Hij nam een brood en dankte God ervoor. Toen brak Hij het in stukken, gaf die aan hen en zei: “Dit is mijn lichaam dat voor jullie wordt gebroken. Eet hiervan en denk aan Mij.” 20 Hetzelfde deed Hij met de beker na de maaltijd, en zei: “Deze wijn is het bloed waarmee God een nieuw verbond sluit met de mensen. Het is mijn bloed dat voor jullie wordt uitgegoten. “ Lucas 22:19-21
Met Pasen werd de bevrijding van het Joodse volk van de Egyptische slavernij gevierd. In de tijd van Jezus stonden ze onder de heerschappij van een andere meester: de Romeinen. In deze tijd van Pasen echter, herinterpreteert Jezus de symbolen om ze in een nieuw licht te zetten.
De wijn: het bloed van het lam op de bovendorpel van de deuren is niet langer verbonden met een bescherming tegen de engel des doods die langs elk joods gezin ging, maar stelt nu het bloed van Christus voor dat als een boetedoening is vergoten. Door deze wijn te drinken, accepteer je Jezus als je verlosser van de eeuwige dood.
Brood: hij moest de mensen steunen die op de vlucht waren voor hun meesters. Bij het breken vergeleek Jezus het breken van het brood met het breken van zijn lichaam voor hen; hij voegde eraan toe dat “de mens niet zal leven van brood alleen, maar van elk woord dat voortkomt uit de mond van God”. Met andere woorden, dat de leer die hij aan zijn discipelen geeft een directe uitbreiding is van de woorden van zijn hemelse Vader.
De woorden van Jezus toen hij de wijn dronk en het brood brak in aanwezigheid van zijn vrienden, hebben een dubbel doel. Jezus vraagt zijn discipelen om Pasen te vieren ter nagedachtenis aan hem en vraagtt ons dat we moeten leven, beseffende wat hij voor ons heeft gedaan.
Pasen is de viering van God die zijn volk, zijn schepselen redt van hun materiële en sterfelijke leven, van de overgang van de fysieke dood naar het licht van een nieuw geestelijk en eeuwig leven.